- 30 april 2021-

 

Een bijzonder dag in de praktijk.

Omdat het bijna toetsweek is en de kinderen daarom een studieweek hebben zijn ze thuis. In de loop van de dag kwam de jongste bij mij zitten. Ze was op zoek naar een rustig plekje waar ze kon werken aan haar planning voor de toetsweek.

“Mam, wil jij nog een paar van die planningsformulieren uitprinten. Ik ben kwijt wanneer ik welke toets heb en weet dus ook niet wat ik wanneer moet voorbereiden’.

Dat deed ik dus en ze ging aan de slag met haar planning. Halverwege vroeg ze nog 2 formulieren. “Ja, ik was bezig en werd toen afgeleid, nu is het verkeerd gegaan”.

Ik printte nog 2 formulieren uit en vroeg waar het was mis gegaan. En of ze dit ook weleens had bij een toets.

“Ja, dat klopt. Vooral bij rekenen. Dan ben ik midden in de som de draad kwijt. Dan staat er een antwoord en dan heb ik geen idee meer hoe ik er aan kom. Ik ga er dan maar vanuit dat het goed is maar eigenlijk weet ik het niet zeker”.

Dat ze daar moeite mee had wist ik eigenlijk wel. Focus en concentratie houden, snel afgeleid zijn. Het zijn allemaal dingen waar we in de loop van haar middelbare schooltijd achter zijn gekomen. Ook dat ze daardoor niet kan laten zien wat ze allemaal in huis heeft. Ze wéét het wel, ze kan het ook.

“Je verliest dus eigenlijk je concentratie tijdens een toets? Zet jij je concentratie eigenlijk ook aan bij een toets en wanneer dan? Stel; je hebt een toets. Je zit aan je tafeltje in het lokaal of in de gymzaal. Op welk moment gaat dan jouw concentratie aan. Wanneer merk je dat je focus hebt? “

“Nou, eigenlijk op het moment dat de toets op mijn tafeltje ligt, dan start mijn concentratie”

Ik denk even aan mijn eigen toets momenten. Wanneer begon dat voor mij? Eigenlijk al thuis tijdens het leren, op de fiets naar school; het herhalen van de belangrijkste rijtjes die ik moest leren of het nog even nagaan van de formules die ik moest kennen. Mijn focus begon dus al een stuk eerder.

“Dus, op het moment dat jij aan je tafeltje gaat zitten, je spulletjes moet pakken ben je nog niet met de toets bezig? Hoe weet je dan welke spulletjes je nodig hebt tijdens een toets en wat je zelf graag op tafel wil hebben?’.

“Ja, op het moment dat ik zie dat anderen hun spullen pakken, zoals een rekenmachine of een woordenboek. Dan pak ik dat ook maar”.

“En je eigen persoonlijke spullen. Zoals een flesje water of een snoepje. Is het niet handiger om al een stukje eerder die focus te hebben? Bijvoorbeeld op het moment dat je op je stoel gaat zitten in het lokaal? Zodat je zelf kunt bepalen wat jíj graag op je tafeltje wilt hebben. Je rekenmachine, een pen. Maar ook de dingen die jij zelf handig vind om te gebruiken zoals dat flesje water of je dextro bij een extra lange toets?”

Dat vond ze een goed idee. Door het doen van een kleine oefening hebben we samen haar focus verlegd van het moment dat de toets voor haar ligt naar het moment dat ze aan tafel gaat zitten in het lokaal. Tegelijkertijd zorgt deze oefening ervoor dat ze haar concentratie ook ‘aan’ kan zetten op het moment dat ze het nodig heeft.

Bovenstaande is een mooi voorbeeld van wat ik ook tegen kan komen in mijn praktijk. Als ouder heb je vaak al het eea geprobeerd om je kind te helpen bij het leren maar ondanks dat lukt het soms toch nog niet. Dat is een handig moment om coaching in te schakelen. Vaak ligt er namelijk nog iets onderen door door te vragen kom ik daar samen met jouw tiener achter. En kunnen we daar aan gaan werken.